Home

“A soldier of the Great War, known unto God”


KNUROO- dag in en om Ieper, 06 september 2008

A Soldier of the Great War     Wie zich zonder GPS of streekkennis aan een toeristisch tochtje in de Westhoek waagt, heeft veel kans om er verloren te rijden. Zelfs ervaren chauffeurs moeten op hun hoede zijn in deze streek waar het golvende landschap met zijn uitgestrekte velden en smalle (onverlichte) wegen, geen andere indicatie van menselijke bewoning geeft dan af en toe een kerktoren in de verte.
   
    Zelfs met een recente stafkaart is het voor een doorwinterde (reserve)militair geen eenvoudige klus om zich in dit landschap te oriënteren. Voeg daarbij nog de karakteristieke aanblik van een loodgrijze hemel, zoals Brel het heeft bezongen, en het geheel krijgt een soort desolate, doch vreemde schoonheid over zich.

    In 1917, bij de derde slag om Ieper (de slag om Passendale), zag het landschap er minder romantisch uit en was oriëntatie nog heel wat moeilijker dan vandaag. Na drie jaar artilleriebeschieting waren immers alle natuurlijke oriëntatiepunten uit de omgeving vernietigd.
   
    De aanvalsgolven Engelse soldaten hadden geen ander alternatief, dan voorwaarts te stappen in de richting van het vijandelijke vuur. Een dodelijke kogelregen als bestemming voor de ploetertocht door een verwoest landschap. Een gigantische slachtpartij die zelfs de meest perverse verbeelding te boven gaat.

    De talrijke militaire begraafplaatsen in de Westhoek zijn stille getuigen van dit immense leed. Tyne Cot Cemetery bij Passendale, waar 11.956 soldaten begraven liggen, is de grootste van de regio. Hier begint onze memorialdag met de KNUROO op 6 september 2008.


    Zoals de schijnbaar willekeurige verspreiding van de vele begraafplaatsen al laat vermoeden, werden de gesneuvelden destijds begraven dicht bij de plaats waar ze gevallen waren; of ook dikwijls de plaats waar de verbandposten zich bevonden. Tyne Cot is gebouwd op een oorspronkelijke Duitse stelling. Drie verdedigingsbunkers zijn er nog zichtbaar, waarvan de middelste omgevormd is tot het centrale monument, getooid met het cross of sacrifice. Vanuit deze verhoogde positie in het landschap zijn in de verte de torens van Ieper zichtbaar, en het hele terrein dat ertussen ligt.


    Negentig jaar geleden moeten de Duitse verdedigers van hieruit neergekeken hebben op de rijen Engelse soldaten die tegen de helling op hen toe stapten, zonder enige andere dekking dan de omgeploegde moddervlakte.

    Op de muren die van Tyne Cot één groot monument maken, staan nog eens 34.957 namen gegraveerd. Soldaten waarvan het de lichamen niet werden teruggevonden.
De schijnbare rust op deze begraafplaats, opgebouwd als een schitterend onderhouden Engelse tuin met eindeloze rijen uniforme grafstenen met emblemen van diverse militaire eenheden en namen van doodgewone stervelingen, weegt zwaar op het gemoed. Het is onmogelijk om niet onder de indruk te komen van het stille verhaal dat hier zonder woorden wordt verteld.
Tyne Cot Memorial Wall
    In colonne begeeft onze groep zich met de auto naar Ieper. Langs de route krijgen we nog een duidelijker beeld van de dramatische historie die in dit landschap verscholen zit. Naast een bouwwerf ligt een hoopje geroeste granaten langs de weg, in afwachting dat de ontmijners langskomen om het gevaarlijke spul op te halen. Dit is een vertrouwd beeld in de Westhoek, waar ieder jaar nog gemiddeld 170 ton munitie uit de bodem wordt bovengehaald. De landbouwers maken er zich niet meer druk om, maar leggen de vondsten gewoon op een stapeltje langs de weg. De grote oorlog laat hier tot op vandaag zijn sporen na.

    In Ieper aangekomen is het tijd voor wat historisch grasduinen. De stad is al van oudsher een militair bastion, wat nog duidelijk zichtbaar is in haar grondplan. De typische 17de eeuwse vestingstructuur, eigen aan het ontwerp van Sébastien Les Prestre, markies van Vauban, is goed bewaard gebleven. Hoewel ze geen significante waarde had in de moderne oorlogsvoering van de eerste wereldoorlog, blijft ze toch symbolisch voor de historische strategische ligging die van Ieper een garnizoensstad maakte. Een ervaren gids neemt ons mee op een tocht over de oude vestingwerken.

    Beginnend bij het technologische vernuft dat is gebruikt bij de bouw van het kruitmagazijn, over de doordachte tactische voordelen van de Vauban- verdediging, komen we tenslotte weer bij de sporen van de grote oorlog. Waar ooit een hulppost was gevestigd, ligt nu een kleine militaire begraafplaats zoals er tientallen verstrooid liggen in de hele frontstreek. Dit geeft onze gids aanleiding om even uit te wijden over het lot van het naoorlogse Ieper. De stad was door de voortdurende beschietingen tot één gigantische puinhoop herleid. Vanuit Engelse hoek werd na de wapenstilstand sterke druk uitgeoefend om dit zo te laten, en het hele gebied als één groot monument te beschouwen ter eeuwige herinnering aan de (laatste) grote oorlog.
   
    Gelukkig kon de stad dit lot afwenden, en werd ze helemaal terug opgebouwd. Ter compensatie werd echter de Menenpoort opgericht, als eeuwig aandenken aan de honderdduizenden Engelse soldaten die er hun leven lieten. In de muren staan 54.986 namen van vermiste soldaten gegrift. Iedere avond (sinds 1928) wordt om 20.00h de Last Post geblazen onder dit indrukwekkende monument. Iedere avond zijn er tientallen ontroerde getuigen van dit ingetogen eerbetoon.

    Eén maal per jaar nemen de verenigde West-Vlaamse reserveonderofficieren de gelegenheid te baat om hun bijdrage te leveren aan deze hulde. Als de laatste tonen van de Lastpost wegsterven onder de gewelven, stappen vertegenwoordigers van de vier componenten schouder aan schouder de trappen op, en leggen een bloemenkrans aan de voet van de imposante naamtabletten. Een stille groet besluit het ritueel, waarna plaats wordt gemaakt voor de talrijke andere sympathisanten die hulde willen brengen.

    De Avon Glen Pipe & Drums zorgen voor een aangrijpend klankspel bij de ceremonie, dat geen van de tientallen (>100) aanwezigen onbewogen laat.
Na de “reveille”, die de plechtigheid afsluit, blijven we allen een beetje verweesd staan, terwijl de toeschouwers de site verlaten. Hier en daar worden wat contacten gelegd met onze Engelse collega’s, en adressen uitgewisseld.

    Dan is het tijd om met de KNUROO- kameraden de ervaringen van de dag te laten bezinken met een pint op een terras. De ervaringen van deze dag creëren een stevige band. We hebben samen sterke indrukken opgedaan, een waardige bijdrage geleverd, en de grensoverschrijdende solidariteit onder wapenbroeders aangevoeld. Dit moeten we nooit vergeten. “Voorrang aan vrede” is geen lege boodschap.abc

Didier Vanhoecke
Kringvoorzitter Reserveonderofficieren West-Vlaanderen