In de kijker

Nationale competitie van het reservekader

donderdag 23 september 2010; proef Medic

Het is verbazingwekkend. De tijd dat ik nog enthousiast te maken was voor deelname aan militaire 'competities' ligt al een tijdje achter mij. Nu hebben ze me op de valreep toch nog kunnen strikken, met de vraag om mijn artistiek (doch bloederig) talent van wondgrimeur ter beschikking te stellen van de organisatie. Aangezien mijn agenda op dit ogenblik nog wat speling toelaat, is het maar logisch dat ik deze vaardigheid -die ik tenslotte bij Defensie heb geleerd- nog eens in praktijk breng. Meteen een gelegenheid om eens persoonlijk te gaan ervaren hoe het gesteld is met de competitiedrang van onze 'oudjes' uit de reserve.

   

Zo komt het dat ik op die bewuste donderdagmorgen al om 04.45h bij collega Stefaan Vergaerde in de auto stap, teneinde samen de trip naar Florennes te maken. We worden er wel maar om 08.00h verwacht, maar we moeten nog langs bij CCMed in Gent  om enkele (grimage)spullen op te pikken. Het is ook al een tijdje geleden dat we de gelegenheid hebben gehad om eens flink bij te babbelen. Dit deel van de uitstap is dus zeker niet oninteressant. Stefaan is ook wat laat uitgenodigd om bijstand te verlenen aan de proef Medic, wat meteen 'stof' geeft voor een kritische reflectie over de gang van zaken. Verpleegkundigen ondereen zijn we er echter vrij gerust in dat we klaar zijn voor de job (wat het ook moge inhouden).

 


Wat meteen opvalt, is de aanwezigheid van heel wat bekende gezichten. Verdorie, draai ik al zo lang mee in dit spel? Of is dit gewoon zo'n klein wereldje geworden? Hoe dan ook, we voelen ons hier onmiddellijk thuis.

De stand Medic blijkt voorzien te zijn van heel wat ondersteunend materiaal (verbanden, kabels, uniformstukken, simulanten, ...) dat allemaal moet ingezet worden voor het opstellen van een proef waarbij meerdere slachtoffers in een quasi-realistisch scenario worden opgevoerd. Jammer dat niemand eraan gedacht heeft om een realistisch ogend wapen mee te brengen voor één van de simulanten. Nu moet Jean-Marc zich behelpen met een stok en heel wat fantasie bij de competitoren. Gelukkig blijkt daar geen gebrek aan te bestaan. De deelnemers spelen het spel met een 'serieux' die mij wel enigszins verrast. Die menen dat echt!


Dan kunnen wij natuurlijk niet achterblijven. Mijn kunsten met nepbloed, watten en collodium, worden prachtig in praktijk gebracht door de gelegenheidssimulanten van onze ploeg. Het is natuurlijk niet gemakkelijk om altijd 'in de rol' te blijven, maar we maken er toch een overtuigend spektakel van. Ook de ernst die de deelnemers tentoon spreiden, helpt ons daarbij. Af en toe raakt zelfs een deelnemer wat uit z'n lood geslagen door het realisme van de situatie. Toch is de algemene performantie erg goed. De puntenscore voor deze proef zal wel opvallend hoog liggen, denk ik.



De vrij late mobilisatie voor deze oefening en de kritische bedenkingen bij een aantal inhoudelijke aspecten van de proef, stemmen mij aanvankelijk nogal sceptisch tegenover dit soort initiatief. Vermoedelijk spelen mijn eigen vroegere ervaringen hierbij ook een rol. Maar al dit negatieve denken ten spijt, moet ik oprecht toegeven dat ik toch flink onder de indruk ben gekomen van het enthousiasme waarmee ons handjevol reservisten dit heeft aangepakt. Ik moet dit kortverslag zeker beeindigen met de woorden waarmee ik eraan begonnen ben: het is verbazingwekkend.

Het mag misschien wat vreemd lijken dat een competitie-formule, in de huidige tijd van ernstige militaire interventies, nog zoveel aantrekkingskracht kan bieden. Het spel-element lijkt op het eerste zicht toch een beetje te vloeken met de nood aan doorgedreven (en doelgerichte) opleiding en training. Maar in dit geval werpt het precies wel vruchten af. Aangezien ik zelf al enkele jaren niet meer actief ben geweest in het competitiecircuit, valt mij des te duidelijker op dat de actieve reserve een evolutie heeft doorgemaakt. Het boy-scoutisme is in hoge mate verdwenen, en vervangen door een drang naar realistische inzet. Voor gespecialiseerde opdrachten, wellicht doorbouwend op de al bestaande (burger)competenties, lijkt dit soort algemene heropfrissing misschien overbodig. Toch denk ik ook dat precies de part-time soldaat (de reservist) nood heeft aan dit soort groepsactiviteiten om zijn militaire 'identiteits'besef niet te verliezen. Hier vinden we een variant op de olympische gedachte: winnen is best leuk (en misschien zelf nuttig), maar het deelnemen (tot de groep behoren) is het essentiële doel van de proef! 


Met dank aan Stefaan (Vergaerde) voor de foto's.

Vz@roo-west.be