Traditie

Te Deum (Brugge 21 juli) en Last Post (Ploegsteert 2 augustus)

Uit de cursus "ontwikkelingspsychologie" herinner ik mij nog de menselijke behoefte om 'aansluiting' te zoeken. Een drang die al begint bij het oudere schoolkind, en die in de adolescentie een evolutie doormaakt van opname in de 'crowd' tot selectie van de 'clique'. Enkele generaties geleden zal deze behoefte om ergens bij te horen vermoedelijk beperkt geweest zijn tot het lokale verenigingsleven, of de voetbal- fanclub, of een maatschappelijk erkende organisatie. Tegenwoordig ligt dat wat anders, want het keuzegamma is zowat oneindig geworden; evenals de mogelijkheden om dit tot uiting te brengen. Het is nogal gewoontjes geworden dat iedereen het 'recht' heeft om zijn/haar 'eigen' ding te doen, en aan te sluiten bij een subcultuur van eigen keuze (met of zonder specifieke kledij, symbolen, haardracht, piercing, tatoeage, etc ...).

Helaas wordt bij deze 'keuzevrijheid' wel eens vergeten dat ze niet door individueel vermogen wordt gegenereerd, maar door de samenleving waarin we (mogen) bestaan. Een stelsel dat aan mekaar hangt met rechten en plichten, waardoor de gemeenschap soepel kan functioneren. Dat is nooit een ideaal systeem, want waar mensen samen werken en leven, moet continu de afweging worden gemaakt tussen vrijheid en veiligheid (zowel individueel als maatschappelijk). Daardoor onstaat altijd wat spanning, en is het noodzakelijk om te blijven zoeken naar het meest geschikte compromis. 



Als er iets is waar wij, Belgen, goed in zijn, dan is het wel het "compromis". Ons land heeft, zelfs op wereldvlak bekeken (clip), een unieke en uiterst complexe beleidstructuur. Dat is weliswaar kostelijk, maar het biedt een bijzonder geschikt kader om iedere burger toe te laten inspraak te hebben in deze samenleving. Daardoor zitten wij trouwens met een van de meest democratische stelsels die er bestaan. Onze organisatie op vlak van onderwijs en gezondheidszorg staat op het hoogst denkbare niveau. Onze wetgeving is bijzonder liberaal en progressief; denk maar aan de wet op orgaandonatie, de abortuswetgeving, het homohuwelijk, ...  Als dit geen democratie is, dan weet ik niet wat het wel moet zijn.

Een samenleving creëert symbolen, die toelaten zich te differentiëren (herkenbaar te maken) ten opzichte van andere gemeenschappen: een vlag, een volkslied, een logo, de uniformen van gezagsdragers, enzovoort. Daarnaast hebben wij nog een bijzondere bindende functie die zich situeert in het staatshoofd. De politieke macht van onze Koning is wel beperkt, maar de symboolfunctie van dit ambt staat wel een stuk boven dat van een verkozen mandataris (die meer directe 'macht' heeft). Geen gemakkelijke job, vind ik. Want het is haast onmenselijk om steeds een leven te moeten leiden dat binnen de nauwe grenzen van het protocol gevat blijft, EN daarbij toch het noodzakelijke charisma te ontwikkelen om als bindend element te fungeren voor een samenleving die zo divers is als de onze. Respect, hoor!


De kroning van onze nieuwe Koning, levert dus wel een speciaal cachet aan de viering van de nationale feestdag. Niet dat dit in de Brugse regio onmiddellijk voor taferelen zorgt die vergelijkbaar zijn met het Brusselse volksfeest; maar hier en daar hangt toch een extra driekleur aan de gevel.

Dat er dit jaar opvallend veel toeschouwers op straat zijn, die de optocht tussen de kathedraal en het stadhuis filmen of fotograferen, zal wel met het warme weer te maken hebben. Toch voelt het goed, om deel te kunnen uitmaken van dit traditionele gebeuren. Door de week zijn de Belgen niet bijzonder chauvenistisch over hun identiteit, maar één dagje in het jaar mag daar wel mee gepronkt worden. Na het Te Deum, de optocht, de speeches op de Burg, en de receptie in het stadhuis, heb ik mijn uniform op de kapstok gehangen; om meelevend met de defilerende militairen de rest van de dag in de schaduw, vóór de buis door te brengen. Waar is de tijd dat wij zelf nog uren lang stonden te zweten in de Wetstraat, in afwachting dat het defilé van start zou gaan. Nostalgie ...

Wie ondertussen de indruk heeft gekregen dat de synchronisatie tussen foto's en tekst in dit artikeltje aan het fout lopen is, mag gerust zijn. Dat is een bewuste ingreep. Er is enkel wat geleend fotomateriaal beschikbaar om ons optreden van de eenentwintigste te illustreren, en het verloop van die dag biedt niet zoveel variatie dat er eindeloos over kan geschreven worden. Ik heb mij dus beperkt tot wat patriottische mijmeringen die wel passen in de sfeer van de nationale feestdag.

Wat veel meer in de kijker is gelopen, is onze deelname aan de Last Post ceremonie in Ploegsteert. Daar komt ook het meeste beeldmateriaal vandaan. De ervaring die we daar hebben opgedaan is beslist uniek te noemen. Ietwat onwennig zijn we er met een kleine delegatie naartoe getrokken, om een krans neer te leggen uit respect voor de talrijke militairen die het leven lieten in dit fel bestreden stukje vaderlandse bodem. Met bloemenhuldes hebben we ondertussen enige ervaring. Dat is geen oorzaak van stress. Maar om onze bijdrage te leveren moeten we dit keer wel een provinciegrens en een taalgrens overschrijden; want Ploegsteert ligt in Wallonië. Rekening houdend met al het communautaire gekissebis dat media en politici dagelijks over ons uitstorten, willen we bij dit uitstapje toch vooral vervelende 'incidenten' vermijden. Onze aanvraag tot deelname is protocollair correct in het Nederlands en het Frans opgesteld.

 

Eenmaal ter plaatse, starten we de communicatie ook in ons beste Frans. Maar de aangesproken persoon heeft onmiddellijk door dat dat niet onze moedertaal is, en stelt voor om verder te gaan in het Nederlands. Als dan ook nog blijkt dat behoorlijk wat van de onderlinge informatieuitwissling in het Vlaams dialect gebeurt, is onze keuze rap gemaakt. De rest van de avond blijven we daar gewoon Schoon Vlaams 'klappen'.

Daarbij komt dat het hele taalaspect nogal snel naar de achtergrond verdwijnt. Iedereen, Frans- of Nederlandstalig, begroet ons met de warme hartelijkheid die zo karakteristiek is voor de streek. De hele goegemeente is er op de been, inclusief de burgemeester en enkele raadsleden. Iedereen begroet iedereen. En eenmaal ze doorhebben wie wij zijn, krijgen we dezelfde honeurs toebedeeld. Spontaan beginnen mensen hun verhaal te doen, en er worden handen gedrukt. Enkel de omhelzingen en kussen blijven nog uit. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit tot de verwachting kan behoren als we ons daar wat regelmatiger laten zien.


De plechtigheid duurt maar een tiental minuten. Ze is goed georganiseerd, met alles erop en eraan (bloemenhulde, Last Post, Exhortation, tekenen van het gastenboek), en verloopt in een serene sfeer. De ambiance beperkt zich echter niet tot het tijdstip van de ceremonie. De opgekomen menigte blijft bij mekaar staan. Er ontstaan overal gesprekken. En als het staan wat begint te vervelen, beweegt de groep zich in de richting van de nabije herberg (l'Auberge), waar de kelen worden gesmeerd voor verdere conversatie.

Wij zijn er nog enkele uren blijven hangen, en hebben daarbij genoten van het plaatselijke gerstenat (de queue de charrue). Maar vooral de geweldige hartelijke sfeer heeft ons getroffen. Allemaal gewone mensen, samen gekomen ter nagedachtenis van de velen die hun leven hebben gegeven voor onze huidige welvaartstaat, en die in een allegaartje van Frans, Nederlands en Vlaams dialect met elkaar verbroederen. Dat is gewoon België in het klein. En het is heerlijk om daarbij te horen.

Vz@roo-west.be