Vrijdag 21
november 2008 om 17.50 u. De kindjes veilig naar bonnie en bompa
brengen, ze zullen daar voor een nacht “gedetacheerd”
worden.
We gaan terug naar huis om te genieten van een warme
douche, we maken ons klaar om een avondje te gaan stappen. Zoals
gewoonlijk ben ik al klaar als mijn ventje nog steeds in de badkamer
verblijft… ik denk dat hij zijn halve centimeter haar nog in de
gel moet leggen.
Gelukkig heeft hij de avond daarvoor al zijn uniform
klaar gemaakt, inderdaad, gemaakt.
Als je binnen treed in het heiligdom, zijn bureau, dan zie je zijn
pronkstuk hangen.
Uren heeft hij aan zijn medailles zitten poetsen en ze correct aan zijn
jas bevestigd. Zijn das hangt al dubbel geknoopt over zijn hemd. Zijn
schoenen staan spiegelglimmend aan de kast.
Als je één iets van mijn eega kan zeggen is dat hij ijdel
is: “Iemand in uniform moet er altijd piekfijn bij lopen, en
zeker op dergelijke feestelijkheden !!”
Het is een wonder, want om 19.00 uur zitten wij al
in de wagen, we rijden zelf niet de kortste weg naar “het
kasteel”, nee, we hebben tijd…. om te genieten van een
fantastische regenbui. Een half uur later staan we dan in het kasteel
van Tudor.
Gelukkig zie ik al een paar bekende gezichten in de menigte, want ik
begeef me nu in de wereld van mijn ventje. Langzaam loopt de zaal vol.
Op een bepaald moment vraagt Dirk of Geert de vlag
geeft meegebracht.
Ik zie aan mijn ventje zijn gezicht dat hij ‘daar’ nooit
heeft aan gedacht. Zijn moed zakt even weg, m’n pietje precies.
De vlag is veilig opgeborgen in een kast in ons huisje. Niemand mag
daar aankomen, ik weet alleen dat hij daar staat, maar ik mag daar
nooit aankomen. Enkel Geert zelf mag daar aankomen en liefst met
handschoenen aan vermoed ik.
Nooit zal hij die vlag nog vergeten denk ik!
Na een paar glaasjes is het moment daar voor de
toespraak van de voorzitter. Terwijl we aandachtig luisteren, dwaalt
mijn blik toch even in het rond. Mijn ventje is toch sexy in zijn
uniform… ik weet het, het is een cliché maar mannen in
uniform, het heeft toch iets.
Ik zie al die medailles blinken op de mannen hun borstkas. Ik vraag me
dan af, hebben zij ook zolang die dingetjes zitten opblinken? Ik ben er
na al die jaren nog niet aan uit wat al die streepjes en sterretjes nu
betekenen, en zoals altijd zullen we straks in de wagen het hele rijtje
nog eens overlopen en zal ik het weer vergeten.
Na de toespraak is het tijd voor een toast op de
Koning en daarna betreden we de “eetzaal”.
We mogen plaatsnemen waar we willen maar mijn ventje zegt, “ik
zie Anne lonken, we gaan daar plaatsnemen”. Anne en Danny
en ik hebben een jeugd- of jeugdig- verleden, het is leuk om eens
herinneringen boven te halen van vroeger. Ik merkte wel dat ik soms
echt moest graven in mijn geheugen, maar… het kwam terug.
Alles loopt volgens de regels, want de jongste
onderofficier moet het menu voorlezen.
Ik verwachtte gewoon een aflezing, maar niets was minder waar, hij had
er een prachtig stukje poëzie van gemaakt.. Ze wensten ons een
gezellige avond toe, en dat was het ook.
We hebben nogal wat gelachen, op zeker ogenblik
waren we zo aan het lachen dat we onze tranen rijkelijk langs onze
wangen lieten lopen. Ik zag de andere tafels kijken en ik dacht even,
hoort dat wel met zo’n entourage in een dergelijke
infrastructuur. Is het wel het juiste “protocol”. Maar ze
hadden gezegd, maak het gezellig, en lachen is gezellig.
Tussen de verschillende gangen van de maaltijd werd
er tijd uitgetrokken voor de geschenkjes. Eerst werden de mannen van de
beheerraad in de “bloemetjes” gezet. Ik vond dat Didier dat
fantastisch had gedaan, ik had echt het gevoel dat ik al die mannen nu
ook wat beter kende. Ik vond het grappig dat mijn wederhelft bier
kreeg; staat hij daarvoor bekend? Hij drinkt namelijk niet zoveel
meer -dacht ik- maar blijkbaar hij kan nog altijd van een goed pintje
genieten…
Wij werden ook nog eens bedankt dat we ons ventje op
tijd en stond eens vrijlieten om hun vaderland te dienen. Waar ik soms
vragen bij heb, wie dienen zij tussen pot en pint. En al de mannen
kregen ook nog wat te toepasselijke lectuur aangereikt.
Ik moet wel toegeven dat ik op elk moment had verwacht dat er iemand
zou op staan en de voorzitter ook eens in de bloemetjes zou
zetten… Het zal voor de volgende keer zijn.
De maaltijd liep op zijn einde en de lachspieren
hebben nog goed gewerkt. Toen mijn ventje me een knipoogje gaf dan wist
ik dat het goed was. Soms zegt mijn ventje me dat ik toch teveel
kwebbel ….
Eén voor één verlaten ze het kasteel. Maar wij
blijven nog wat en wat anders nooit gebeurd, is gebeurd: we zijn tot de
laatste man/vrouw gebleven. Daar kan maar één reden voor
zijn.
We hebben ons kostelijk, fantastisch, heeeeeel goed geamuseerd.
Ik keek even naar de klok en het was al 2.00 uur. Buiten was het aan
het sneeuwen, de eerste winterprik was ook in de bossen rond het
prachtige kasteel aan het nederdalen. Het werd nog een helse rit
naar huis. Maar we lieten het niet aan ons hart komen
Een laatste conclusie: Een vrouw, echtgenote of
vriendin, kan zich thuis voelen in de wereld van haar man, zelfs al is
het in de achterban. En dat is hier zeker zo want het is een gezellige
bende, de Kring.
Ik kijk er zelfs al naar uit om het volgend jaar nog eens over te doen.
En hopelijk is de achterban dan nog altijd welkom!
Heidi