Home



Over Montevideo (Uruguay), Buenos Aires, de “Graf Spee“ en de Falklands (Malvinas).


 Begin mei en juni (2007) had ik de gelegenheid om Uruguay (Montevideo) en Argentinië (Buenos Aires) te bezoeken.

 Ik ga jullie niet vervelen met wat algemene toeristische informatie maar wat jullie (mij althans) wellicht specifiek interesseert zijn de militair historische feiten uit de recente geschiedenis van deze landen.

 Toch even kort wat achtergrond informatie schetsen over Uruguay, een land dat iets minder bekend bij ons is dan Argentinië. Uruguay is een Zuid- Amerikaanse republiek die grenst aan Brazilië, Argentinië en de Atlantische Oceaan. Het land heeft slechts 3.305.000 inwoners waarvan er 90% in steden woont en de helft in de hoofdstad (Montevideo)

  Van de 16de tot en met de 18de eeuw is Uruguay een Spaanse kolonie geweest. In 1825 werd het onafhankelijk doch vervolgens kwamen er een reeks burgeroorlogen. In 1870 maakte het leger een einde aan de burgeroorlogen en groeide het land naar een volwaardige democratie.

 Tot 1970 heersten rust, stabiliteit en welvaart. Daarna kwam er een militaire dictatuur. Die periode werd gekenmerkt door bureaucratische verstarring en economische crisissen. Sinds 2004 is er een coalitie aan de macht van verschillende linksgeoriënteerde partijen. De militaire dictatuur is er dus verleden tijd doch nu komt loontje om zijn boontje.

 De huidige politici willen hoe langer hoe meer de militairen straffen die indertijd verantwoordelijk waren voor de zogenaamde “desaparecidos”. Alhoewel de dictatuur in Uruguay zeer “zacht“ was in vergelijking met deze in haar buurstaat Argentinië, zijn er toch ook een aantal “vermisten“, mensen die tijdens het militaire bewind opgepakt zijn en vermoord. Tegenwoordig een “hot item“ in de lokale kranten en op de Uruguayaanse televisie.  
  
De Graf Spee

 Als je van “Carrasco Airport“, de luchthaven van Montevideo via de Ramblas naar het oude stadsdeel rijdt passeer je het militaire scheepvaartmuseum. Een klein koloniaal aandoend gebouwtje met in de voortuin wat ankers en een scheepskanon. Het kanon is echter afkomstig van het Duitse vestzakslagschip (*) “ Admiral Graf Spee “ en daar is het hem hier allemaal om te doen.   
 
 Voor zij die het verhaal niet kennen hier in ’t kort een stukje maritieme geschiedenis.
Aan de vooravond van wereldoorlog II op 21 augustus 1939 voer de Graf Spee onder bevel van Kapitein Hans Langsdorff de haven van Willhelmshaven uit met als bestemming het Zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan.

 Het schip moest er verdere instructies afwachten van het OKM. Enkele weken later viel Nazi- Duitsland Polen binnen en de oorlog was een feit. Langsdorff ontving zijn orders. Het schip zou er als “raider“ opereren een soort van kaper. Het slagschip bracht uiteindelijk negen Britse koopvaardijschepen tot zinken.

 Opmerkelijk hierbij was de “hoffelijke“ stijl van Kapitein Langsdorff. Alle internationale conventies respecterend opende hij eerst een waarschuwingsschot waarna het schip werd geënterd. De bemanning werd gevangen genomen of in reddingsbootjes overboord gezet. Nadat het schip binnenste buiten was gekeerd werd het tot zinken gebracht. De gevangen genomen officieren werden als collega’s zeelieden behandeld en waren achteraf vol lof over de “Gentleman“ Kapitein Langsdorff.
 
 Begin december 1939 was het schip reeds 6 maanden op missie en moest het dringend naar de thuishaven om het nodige onderhoud uit te voeren. Op 13 december merkte de “Graf Spee“ echter rookpluimen aan de horizon voor de kust van Uruguay bij de monding van de rivier de la Plata. Langsdorff die aanvankelijk geloofde met een konvooi koopvaardijschepen te maken te hebben mogelijk begeleid door een kruiser besloot recht op de rookpluimen af te stevenen en de confrontatie aan te gaan.

 In plaats van koopvaardijschepen waren het echter drie Britse kruisers: de zware kruiser Exeter en de twee lichte kruisers Achilles en Ajax. Wat volgde staat bekend als de “Battle of the River Plate“ een zware zeeslag waar de granaten heen en weer vlogen. De ravage was enorm. De Exeter was zo goed als buiten strijd en kon nog net naar de Falklands varen voor herstel. Ook de Graf Spee was zwaar beschadigd. 37 mannen waren dood en 57 waren gewond. Het schip was volgens de kapitein niet meer zeewaardig genoeg om de thuisreis via de “winterse“ Noord Atlantische Oceaan aan te vatten.

 Er werd beslist om de neutrale haven van Montevideo in het estuarium van de “River Plate“ aan te lopen om aldaar de nodige herstellingen uit te voeren. (De “Rio de la Plata“ vormt daar de grens tussen Argentinië en Uruguay en is er zo’n 120 mijl breed).

 Wat volgde was een politiek steekspelletje. Langsdorff verkreeg uiteindelijk 72 uren om zijn schip te herstellen doch moest daarna onverbiddelijk vertrekken anders zou zijn bemanning en schip geïnterneerd worden. Wel had Langssdorff ondertussen de gevangen genomen koopvaardijbemanningen vrij gelaten en had hij gezorgd voor de begrafenis van de Duitse Zeelieden gestorven tijdens de zeeslag. Tijdens de begrafenisplechtigheid salueerde hij de gevallenen met de klassieke “zeemansgroet“ in tegenstelling tot de lokale Duitse overheden die de Hitlergroet brachten.

 De Britten lagen ondertussen aan de uitgang van het estuarium te wachten en hadden versterking gekregen de HMS Cumberland. Ook verspreiden zij misleidende geruchten dat er nog versterking onderweg was. Toen het ultimatum verstreken was en het schip min of meer hersteld was voer het schip de haven uit. Langsdorff had van de admiraliteit in Berlijn de keuze gekregen: ofwel zich een weg naar buiten vechten, ofwel het schip tot zinken brengen. Volgens de kapitein was de overmacht te groot en was het zinloos om zoveel nutteloze offers te brengen. Daarom besloot hij het schip net buiten de haven van Montevideo tot zinken te laten brengen.

 De bemanning werd grotendeels overgebracht naar het meer Duitsland vriendelijke Buenos Aires in Argentinië. Op 20 december, voor de eer van zijn schip, de marine en het vaderland benam Kapitein Hans Langsdorff zich van het leven te Buenos Aires. Zijn lichaam werd gevonden gewikkeld in de Duitse Marinevlag. Tot daar deze zeer interessante historie die tot de dag van vandaag nog leeft in Montevideo: op rommelmarkten vind je steevast replicafoto’s van de Graf Spee, In Punta Del Este heb je een hotel “Ajax“ genoemd naar de Britse kruiser, in het havengebied van Montevideo is er een monument opgericht ter nagedachtenis van de dode zeelieden van de Spee. Je vindt er ook het anker van de Spee en er staat één van de geborgen Range Finders van de Spee opgesteld. Ook vond ik in die korte periode dat ik er was tweemaal een bericht in de pers. Eén over het overlijden van de laatst in Montevideo levende bemanningslid van de Spee en één over het tentoonstellen van de geborgen adelaar.

De berging
 















 In 1997 werd door enkele privé initiatiefnemers het plan opgevat om de Graf Spee te bergen. De Graf Spee lag oorspronkelijk deels met een stuk van de romp boven water maar is sindsdien verder weggezakt in het modderige water van de Rio de La Plata. Toch ligt het wrak slechts op een tiental meters onder de oppervlakte. 

 Nadat de nodige vergunningen verkregen waren werden de werken aangevat. Het plan was om de volledige romp boven water te hijsen en er aan land een museum mee in te richten. Verschillende pogingen werden totnogtoe ondernomen (ondermeer in 2004 en in 2006) doch bij mijn weten werden enkel een scheepskanon (dat voor het nationale maritieme museum staat), een deel van de communicatietoren (met o. m. de range finder ) en een bronzen adelaar opgevist. De bronzen adelaar, met in zijn klauwen een Swastika, stond vooraan op de boeg en zou eind dit jaar tentoongesteld worden al dan niet met Swastika.


Buenos Aires en de Malvinas

 Nu over naar Buenos Aires aan de andere kant van de rivier, de hoofdstad van Argentinië. Ook hier nog een link naar de Graf Spee. Op het kerkhof “Cementerio de la Chacarita“… kan je nog het graf vinden van Kapitein Hans Langsdorff. Dit wordt nog steeds onderhouden door zijn familie. (het graf heb ik wel nog niet gezien)

 Zoals eerder aangehaald was de militaire dictatuur hier veel wreder dan in Uruguay. Begin jaren tachtig was de bevolking de toenemende brutaliteit van het regime meer dan beu en kwam er steeds meer protest. Om de aandacht af te leiden van de economische crisis en hopend alzo het nationale gevoel terug te krijgen besloot de toenmalige Junta tot een invasie van de Falkland eilanden. Toen ik er was, was dit net 25 jaar geleden gebeurd (2 april 1982). Tijd dus om het monument ter nagedachtenis van de 655 Argentijnse gesneuvelden te bezoeken. (Monumento a los Caidos de Malvinas). Twee erewachten staan er de ganse dag stokstijf in traditioneel uniform.

 Er liggen net bloemenkransen ter ere van de gesneuvelden van de kruiser Belgrano. Dit schip werd door een Britse onderzeeër tot zinken gebracht en hierbij verloren 368 zeelieden het leven. Deze oorlogsdaad van de Engelsen wordt trouwens in de Argentijnse pers afgeschilderd als een oorlogsmisdaad. Aan de overzijde van dit monument, aan de andere kant van de straat vind je de Plaza Fuerza Aèrea Argentina (heette voor de oorlog “Plaza Britanica”).  In het midden staat een kopie van de English Tower (Torre de los Ingleses). Een cadeau uit 1916 van de Engelse gemeenschap van Buenos Aires aan de stad. De voet van de toren is ondanks het omheinende hekwerk volgespoten met nationalistische graffiti die allen allusie maken op de Engelse diefstal van de “Malvinas“. Iedereen weet trouwens hoe het afliep met deze oorlog. De Argentijnen verloren de oorlog en de leider van de Junta, generaal Leopold Galtierie trok zich terug. Een jaar later keerde de democratie terug in Argentinië. Aan de andere kant van de oceaan was voor de Britse Eerste Minister Margaret Tatcher (die voor de oorlog worstelde met stakingen, economische recessie en een tanende populariteit) de oorlog een persoonlijk succes en een politieke triomf.

 Gelukkig zijn de diplomatieke banden tussen beide landen ondertussen volledig hersteld. De Argentijnen maken echter nog steeds aanspraak op de eilandengroep doch hun huidige president claimt hiervoor alleen maar vreedzame middelen.

Tot slot iets totaal anders (of ook weer niet)

 Wist je dat het allereerste WK voetbal In Uruguay plaatsvond en dat er slechts weinig Europese landen aan deelnamen. De officiële reden hiervoor was dat zij tegen de lange zeereis opzagen.
 Dat zij officieus schrik hadden van de indianen (waren toen reeds volledig uitgeroeid) De finale gespeeld werd tussen de Buurlanden Argentinië en Uruguay.
De finale gefloten werd door de Belgische scheidsrechter John Langenus.

 Hij een extra levensverzekering had afgesloten voor deze reis. Hij de bezoekers van de finale liet fouilleren en dit 1600 pistolen opleverde. Hij niet alleen omringd werd met twee lijnrechters, maar ook door twee lijfwachten.
De finale gewonnen werd met 4-2 door Uruguay.

 Daarna het Uruguayaanse consulaat in Buenos Aires bestormd werden door woedende supporters.
 Dat onlangs een grensovergang tussen beide landen gesloten werd wegens economische represailles door Argentinië.

(*) Vestzakslagschip

 Vestzakslagschip is de populaire aanduiding voor de drie pantserschepen van de Duitse marine van de Deutschland-klasse, die eind de jaren dertig zijn gebouwd. De benaming (Pocket Battleschip) is voor het eerst gebruikt door een Brits journalist, die waarschijnlijk onder de indruk was van de zware bewapening en is daarna snel gemeengoed geworden. De Duitsers zelf spraken van Panzerschiffe en later herklasseerden ze de schepen tot Schwere Kreuzer.

 In feite waren de schepen dan ook geen slagschepen, maar grote zware kruisers met een zwaardere hoofdbewapening dan kruisers van andere landen.

 Partijen gebonden aan het Verdrag van Washington (1922) mochten kruisers bewapenen met maximaal 8 inch (203 mm) kanonnen. De vestzakslagschepen hadden 6 kanonnen van 28 cm in twee drielingtorens. Theoretisch konden ze het dus opnemen tegen elke kruiser die ze zouden tegenkomen, terwijl ze tegelijk sneller waren dan de meeste toenmalige slagschepen.

 Het verdrag van Versailles legde aan Duitsland de volgende beperking op: het land mocht geen schepen bouwen groter dan 10.000 ton. Als gevolg daarvan werden zoveel mogelijk gewichtsbesparende maatregelen genomen: het gebruik van twee drieling in plaats van drie tweeling geschutstorens was daar één van; verder waren de schepen volledig gelast in plaats van geklonken en werd de bepantsering tot een minimum beperkt. Desondanks bleek na de Tweede Wereldoorlog dat de Duitsers de limiet van 10.000 ton met bijna 20% overschreden hadden.

 Het gebruik van dieselmotoren voor de voortstuwing leverde geen gewichtsvoordeel op. Wel namen ze minder ruimte in dan stoomturbines, hadden ze minder bemanning nodig en maakten ze een grote actieradius mogelijk.

 De bepantsering was een zwak punt, zoals bleek in de Slag op de Rio de la Plata, waar de Admiral Graf Spee forse schade opliep in een gevecht met drie lichter bewapende Engelse kruisers.



 BRON : Wikipedea, Graf Spee



^Top

Document made with Nvu