Een leger kan bestaan uit beroepsmilitairen, dienstplichtigen en reservisten. In België is de dienstplicht wettelijk opgeschort sinds 1994, zodat er enkel nog een beroepsleger overblijft. Toch blijft ook een carrière in de Reserve mogelijk. De jobinhoud van de reservist is dezelfde als die van zijn/haar 'actieve' collega. Alleen is de tijd die voor actieve inzet wordt gebruikt, beperkter voor de reservist, die ernaast ook een loopbaan in de burgersector onderhoudt. In de hedendaagse visie van Defensie, wordt vaak gebruik gemaakt van de 'burgercompetenties' die bij een reservist aanwezig (en geoefend) zijn, en die ook nuttig zijn binnen Defensie (informatici, verpleegkundigen, artsen, public relations, instructeurs, ...). Sinds 1995 worden reservisten bij Defensie opgenomen volgens behoefte via werving. Naargelang het statuut dat past bij de reservist (soldaat, onderofficier, officier) wordt een aangepast trainingsparcours doorlopen. Dat begint altijd met een militaire basisvorming, waarop verder wordt gebouwd, afhankelijk van de graad en jobinhoud. Reservisten worden dus 'opgeroepen' om enkele weken vorming en training te ondergaan. Na toewijzing aan een 'component' (landcomponent, luchtcomponent, medische component, marine), zal het verdere beheer van de reservist terecht komen binnen een bepaalde Eenheid. Daar worden de verdere oproepingen en inzet geregeld. Een reservist kan zelf keuzes maken voor zijn/haar inzet. Zo is het mogelijk om aan buitenlandse missies deel te nemen, of ingezet te worden bij buitenlandse opdrachten. Dit blijft echter altijd een vrijwillige keuze (wordt niet opgelegd). Op dit moment zijn nog veel reservisten actief die voortkomen uit de dienstplicht. Na hun dienstplicht bleven ze oproepingen doen om als kaderlid (vooral) deel te nemen aan oefeningen. Voor reserveofficieren was het al een hele tijd mogelijk om binnen hun engagement ook promotie te maken en hogere graden te verdienen. Voor de reserveonderofficieren komt er pas een statuut, laat in de jaren '80, waardoor ook zij kunnen doorstromen naar hogere graden. Nu is er evolutie mogelijk binnen een reservestatuut dat gelijkloopt met dat van de actieve kaders. Wil je meer weten over jobs in de militaire Reserve? Neem dan contact met de lokale informatiedienst van Defensie. |
||
Hoewel reservisten eigenlijk gewone burgers zijn, worden ze toch verbonden door hun engagement bij Defensie. Al aan het begin van de vorige eeuw ontstaan er spontaan vriendenkringen en verbroederingen waar reservisten mekaar ontmoeten. In de Brugse regio bestond er zelfs een verbroedering tussen reserveofficieren en - onderofficieren (zie vaandel). De foto van de optocht is genomen in 1936 ter gelegenheid van een congres voor onderofficieren in Brugge. Defensie (het leger) is altijd een bijzondere 'familie' geweest, voor diegenen die er deel van uitmaakten (in verschillende statuten). Die onderlinge verbondenheid is de aanleiding tot de oprichting van verschillende initiatieven, waarbij de reservisten zeker een rol hebben gespeeld om de band tussen Leger en Natie hechter te maken. Een leger mag niet vervreemden van de Natie die ze moet beschermen. |
||
Er bestaan twee (overkoepelende) militaire verenigingen voor de Reserve: de KNVRO (de Koninklijke Nationale Vereniging van ReserveOfficieren) en de KNUROO (de Koninklijke Nationale Unie der ReserveOnderOfficieren). Beide verenigingen staan open voor aansluiting van reservisten, ongeacht hun graad (ook soldaten zijn welkom). Toch blijft het onderscheid tussen de verschillende rangen een belangrijke rol spelen binnen de organisatie en werking van Defensie (eigen aan de hiërarchische structuur). Lid worden bij deze verenigingen gebeurt vrijwillig. Zoals hierboven beschreven zijn het vooral ontmoetingsplatformen voor mensen die een militair engagement nemen, naast hun burgerleven. Beide verenigingen worden voorgesteld op een webpagina van Defensie |
||
Het wettelijke statuut van de reserve, wordt samengevat in een (officiële) presentatie die beschikbaar is op onze website, via LINKS Ook via de website van Defensie kan heel wat informatie over de Reserve gevonden worden. Er wordt ook verwezen naar contactpunten waar alle antwoorden op vragen kunnen gevonden worden. |
||