De slag aan de IJzer (okt-nov 1914), door de ogen van het 7de Linie-regiment




indexpagina


Na de eis op vrije doorgang voor Duitse troepen (31 juli), wordt de Belgische grens in de ochtend van 4 augustus 1914 overschreven door het Duitse leger. Het doel van deze invasie is zichtbaar in het "Schlieffen-Moltke plan", dat eruit bestaat dat Frankrijk wordt aangevallen dwars doorheen Belgisch grondgebied. Vooral het innemen van de Franse hoofdstad, Parijs, zou leiden tot een snelle overwinning. Het Belgische leger heeft op dat moment ongeveer 117.000 manschappen onder de wapens (na algemene mobilisatie), van wie 85.000 infanteristen. Voor de defensie van het land wordt sterk gerekend op de forten die de grote steden en toegangswegen verdedigen. Op dat moment bestaan immers weinig middelen om moeilijk terrein te doorkruisen. Troepen verplaatsen zich langs het beschikbare wegennet. Dit kan op strategische punten afgeremd worden door natuurlijke (waterlopen) en kunstmatige hindernissen (zoals de forten). De Belgische weerstand is heviger dan verwacht en het Duitse initiatief loopt veel vertraging op (en verliezen).
Als de doorgestoten troepen ook in Frankrijk op hevige weerstand botsen en de invasie uiteindelijk tot staan gebracht wordt aan de Marne (en Parijs gevrijwaard blijft), moet het Duitse opperbevel het oorspronkelijke plan aanpassen. De hele Belgische en Noord-Franse kuststreek moet ingenomen worden om zo de toevoerlijnen naar het front (vanuit Engeland) af te snijden. De Belgische troepen hebben zich ondertussen teruggetrokken op de versterkte stad Antwerpen om daar verder weerstand te bieden tegen de Duitse doortocht. Door de inzet van zwaar geschut worden de Antwerpse forten op de knieën gedwongen. Wat nog overblijft van het Belgische leger trekt zich strijdend terug tot aan de IJzer. Daar zal het laatste stukje  grondgebied met hand en tand verdedigd worden.
De Slag aan de IJzer zal de overgang worden tussen de 'bewegingsoorlog' en de 'loopgraven-oorlog'. Tussen 12 en 30 oktober wordt hevig strijd gevoerd tussen Duitse en Belgische troepen (ondertussen met versterking van Franse troepen) en komen de linies voor de komende jaren vast te liggen. De onderwaterzetting van de IJzerstreek laat het Duitse offensief definitief vastlopen in de regio. De strijd gaat echter verder.




De slag aan de IJzer in een oud beeldverslag





De oorlogsroute van het 7de linieregiment

Bron: documentatiecentrum In Flanders Fields Museum - 10/12/2012 

volgens de Beknopte Geschiedenis van de 7de, 17de en 27ste Linieregimenten

  • 1914: in kazerne 7-8 te Antwerpen
  • augustus 1914: in de omgeving Leuven en Mechelen
  • einde van de maand bij 's Gravenwezel
  • 8-10 september: de uitval uit Antwerpen, herovering van Aarschot, Sint-Katelijne-Waver, Kontich, Lint, Borsbeek
  • begin oktober 1914: terugtrekking via Schoonaarde
  • Slag aan de IJzer in oktober 1914 bij de Uniebrug te Sint-Joris
  • 4 november 1914: Slag bij Lombardsijde   Dan: Slag bij Ramskapelle
  • vanaf januari 1915: bij Sint-Jacobskapelle
  • vanaf juli 1915: Nieuwkapelle - Knokkebrug
  • 20 januari 1916 - 24 december 1916: Steenstrate
  • vanaf februari 1917: petroleumtanks Diksmuide (de dodengang)
  • vanaf 15 mei 1917: aan de IJzer ten zuiden van Diksmuide (tegenover Heemisse en Esenkasteel)
  • vanaf  18 december 1917: naar sector Ramskapelle-Pervijze
  • maart-mei 1918: Schildersbrug, Reigersvliet en Oud-stuivekenskerke
  • vanaf 28 mei 1918: naar Brielen, front tussen Brielen en Sint-Jan (Ieper)
  • 28 september 1918: Eindoffensief! bij de meest zuidelijke Belgische troepen, aanvallen vanaf Ieper in de richting van Broodseinde
  • 29 september 1918: Keiberg en Moorslede
  • 7 oktober: Slijpkapelle
  • 10 oktober: rust in Bray-Dunes
  • 16 oktober: via Diksmuide, Koekelare, Zedelgem naar Beernem
  • 18 oktober: bos van Ruyvelde
  • 21 oktober - 2 november 1918: Schipdonkkanaal
  • 2 november 1918: Lovendegem, dan Drongen-Mariakerke-Afsnee tot aan de wapenstilstand (11 november)


Het 7de in de Slag aan de IJzer
te Sint-Joris bij Nieuwpoort


Verteld door Commandant X ..., De veldtocht van 1914-1915. De Roemrijke bladzijden van het Belgische leger, eerste reeks: van de Geete tot aan den Yzer. (Een boekje in 1915 uitgegeven om te verklaren waarom bepaalde regimenten een erenaam als IJzer, Veurne, ... in hun vaandel mogen dragen)  - de schrijfwijze van de originele tekst is in zekere mate aangepast aan de huidige spelling

In de nacht van 13 op 14 oktober, ontving het 7de linieregiment, samengesmolten met het 27ste, onder commando van kolonel Delobbe, het bevel om de IJzer te bezetten tussen de mijlpalen 1 en 5, en aan de overzijde van de Uniebrug - daar waar de weg van Mannekensvere naar Sint-Joris loopt -  een bruggenhoofd aan te leggen, gaande van de omstreken van mijlpaal 5 tot aan de Roodepoorthoeve.
De inrichtingswerken werden onmiddellijk aangevat en de volgende dag met behulp van een bataljon van de genie voortgezet. Bovendien werd een wijkstelling aangelegd op de westelijke oever van de Noordvaart, een kanaal dat bijna evenwijdig loopt met de IJzer, op ruim één kilometer afstand erachter gelegen.
De artillerie van de 7de gemengde brigade, bestaande uit de 25ste, 26ste en 27ste batterijen - waarvan de laatste nog slechts 3 stukken telde - kwam stelling nemen tussen Ramskapelle en Sint-Joris. De genie bereidde het opblazen voor van de Uniebrug. Het bruggenhoofd moest, desvoorkomend, tot het uiterste verdedigd worden, tot op het ogenblik dat de 1ste legerdivisie geheel over de IJzer zou getrokken zijn. Daarna kon het 7de linie, op 16 oktober, geheel op de linkeroever postvatten, met slechts twee hoofdwachten ten oosten van de rivier. Een in Mannekensvere en de andere meer naar het noorden.
De aankomst van de vijand werd de 17de  oktober in de morgen gemeld. Een klein gevecht greep plaats tussen de wielrijderscompagnie van de 2de divisie en een detachement Duitse wielrijders, dat zich met zware verliezen terugtrok.
Tegen de middag meldde de hoofdwacht van Mannekensvere dat vijandelijke troepen op mars waren van Slijpe naar Sint-Pieterscapelle. Deze werden weldra uit dit laatste dorp verjaagd door een Belgisch detachement cavalerie en wielrijders, vergezeld van twee pantserwagens (ACM = Autos-Canons-Mitrailleuses; zie ook rubriek legeronderdelen).
Dezelfde dag kwam de 1ste legerdivisie haar stellingen innemen op de IJzer. Het front dat door het 7de linieregiment moest verdedigd worden kon voortaan in het zuiden tot de omstreken van mijlpaal 4 beperkt worden. Teneinde het voetvolk een meer volledige morele en stoffelijke steun te geven, begaf de 27ste batterij (artillerie) zich tot in de nabijheid van de loopgraven ten oosten van de Violethoeve.
Terwijl zij vooruit trok, werd deze batterij hevig beschoten door vijandelijke artillerie, en slaagde er slechts in om haar nieuwe stelling te bezetten door er het ene stuk (kanon) na het andere heen te brengen. De twee andere batterijen van de groep, opgesteld bij de Ketelersdammebrug (op de Noordvaart) openden onmiddellijk het vuur en brachten het vijandelijke geschut tot zwijgen.

Verder lezen (pdf)